Ons Paasweekend
Blijf op de hoogte en volg Esther
21 April 2015 | Nieuw Zeeland, Palmerston North
Hoi allemaal!
Ik loop een klein beetje achter met het beschrijven van al mijn uitstapjes. Er is ook zoveel te vertellen! :D Om te beginnen, ik heb een auto gekocht hier! Echt heerlijk! Freedom! De afstanden hier om te reizen zijn erg groot, en openbaar vervoer bestaat nauwelijks. Er gaan geen treinen, en bussen gaan (1x per uur ongeveer) binnen de stad, maar niet tussen steden in. Er zijn wel reis bussen, maar die gaan maar op een paar tijdstippen op bepaalde dagen, en ze kunnen heel duur zijn. Daarnaast kan je met bussen wel in andere steden komen, maar niet bij kleinere plaatsjes of bij plaatsen die naast de grotere wegen liggen. Oftewel, een auto is heel erg handig, en je kunt hier gelukkig vrij gemakkelijk en voor niet al te veel geld een auto kopen! Ook de benzine is niet zo duur als in Nederlands trouwens (€ 1.20 per liter). Wat veel backpackers hier doen (en ik dus ook ;)) is een auto kopen die groot genoeg is om in te slapen. Ik heb denk ik de meest gangbare backpackers auto gekocht die er hier rondrijdt: een Honda Odyssey. Oud, veel km’s op de teller en met stippen op de motorkap waar de lak er bijna af is gekomen, omdat vorige eigenaren de vogelpoep niet op tijd er af hadden gewassen. Maar deze beschrijving past bij ongeveer 75% van de auto’s die hier in NZ rondrijden, en daar kan je nog deuken, krassen, spinnenwebben of dicht getapete ramen aan toevoegen! Naja, ik ben heel blij met mn auto, hij heeft een mooi dakraam dat open kan (semi-cabrio dus :P) en boven de achterbanken zitten 2 mooie grote ramen waardoor je dus lekker naar buiten kunt kijken als je ’s avonds in je bedje ligt. Het bed kan ik overdag inklappen, waardoor je met 5 personen in de auto kunt zitten (het is eigenlijk een soort minibusje daar zonder bed 7 personen in zouden passen), en ’s avonds klap je dan de achterbank omlaag en schuif je het bed uit en kan je slapen. Ideaal! Door in de auto te slapen bespaar je weer op hostel kosten. Je kunt hier gratis op een soort campings staan, waar dan een toilet is en soms stromend water. Douche is er in principe niet, maar voor de weekend uitjes is dat niet zo’n probleem, en straks tijdens het rondreizen moeten we gewoon af en toe wel op een betaalde camping staan, of gaan zwemmen in een zwembad en daar douchen, haha!
Met de auto hebben we al een paar mooie uitstapjes gehad. Het paasweekend was een lang weekend. Van vrijdag tot dinsdag was de uni gesloten (en de studenten hadden zelfs 2 weken vakantie, en dat terwijl ze net zomervakantie achter de rug hebben…). Jennifer en ik hebben dan ook een grote tour gemaakt. We zijn begonnen in Rotorua, een stad die bekend staat om de thermale activiteit en de Maori’s. Hier hebben we het Maori village bezocht, waar een Maori familie hun dorp had open gesteld voor bezoekers, zoals ze het zelf mooi brachten. Het was erg leuk om te zien hoor, maar het voelde wel een beetje gemaakt. Toch hebben we leuke dingen gezien. Hoe ze het warme water dat uit de thermale poelen komt daar in een soort bad leiden waar ze dan in kunnen badderen, en hoe ze koken op de hete stoom die uit de grond komt. Natuurlijk hebben we ook een Haka gezien. ’S Avonds wilden we graag uit in Rotorua, maar de dag erna was Eerste paasdag, dus de kroegen gingen om 12 uur dicht…………
De dag erna zijn we naar een heerlijk thermaal bad geweest, maar dan in de vrije natuur! Na een hobbelpaadje van een paar km en een stukje lopen door het bos kwamen we bij een warm stroompje aan, die via een klein watervalletje uitkwam in een mooie grote poel, waar je heerlijk in kon zitten! Kerosene Creek heet het. Het was schijnbaar een vrij onbekend plekje vroeger, maar in de Lonely Planet staat hij al gewoon vernoemd, dus het was er nu wel vrij vol met toeristen. Toch was het echt heel mooi om te zien.
Daarna zijn we naar een park gegaan waar allemaal thermale poelen, modderpotten en zwavelpotten kunt zien, Wai-O-Tapu. Errug mooi, maar wat het nog mooier maakt is dat we geen entree hebben betaald door gewoon langs de kassa het park in de lopen en te doen alsof je neus bloed. Dit is een trucje wat de meeste Kiwi’s hier toepassen (hebben we horen zeggen). Ze hebben bij het park namelijk een souvenirshop en een restaurant gemaakt aan de ene kant van de kassa, en entree naar het park is (obviously) aan de andere kant van de kassa. Als je dus wat wilt drinken of een souvenirtje wilt kopen, moet je dus even langs de kassa lopen (‘het park uit’) en daarna kan je natuurlijk gewoon weer naar binnen. Beetje domme opstelling dus. Maar goed, sorry Wai-O-Tapu! Vervolgens stond Redwood forest op het programma, waar we een wandeling hebben gemaakt door de hoge bomen. ’s Avonds lekker uit eten in Rotorua (dat kon dan weer wel op 1e Paasdag), en daarna door naar onze gratis camping.
Ons toeristenweekend ging verder bij de Waitomo caves, waar we naar de glowworms hebben gekeken. In het Otorohanga Kiwi House & Native Bird Park hebben we echte Kiwi’s gezien, en heel veel andere vogels, waarvan ik veel als in de vrije natuur had gezien op Kapiti Island. Toen zijn we door gereden naar Taupo, waar we op een hele grote gratis camping stonden, naast de Waikato River waar de Huka Falls in zitten en die uiteindelijk uitmond in Lake Taupo.
In Taupo heeft Jennifer denk ik het hoogtepunt van haar weekend beleefd… Ze heeft geskydived! Gaaf! Ik was erg jaloers, en het was dat er geen plek meer was in het vliegtuigje, anders had ik misschien ook wel zulke gave foto’s en filmpjes gehad als zij ;). In Taupo hebben we na Jennifers adrenaline-rush het maar rustig aan gedaan; we zijn nog even in een natuurlijk thermaal stroompje gaan zitten, en vervolgens rustig aan terug gereden naar Palmy.
De week erna was het heel vies weer in Palmy, regen, regen, regen, en nog eens regen. Zo veel regen dat de muizen ons kantoor in waren gevlucht, en er emmers midden in de gang stonden om het water op te vangen! Het is toch al een redelijk oud gebouw waar we in zitten ;). Ook het huis waar ik in woon is niet echt ideaal. Het is hier een paar nachten heel koud geweest, en het huis is niet goed geïsoleerd, dus ’s nachts koelt het gewoon af naar 12 graden ofzo, en als je pech hebt en het overdag ook niet echt lekker warm wordt, dan blijft het huis dus zo koud. Ik was op een gegeven moment gewoon blij dat ik naar de uni kon, daar hadden ze tenminste verwarming! Gelukkig duurde die echte erge kou maar een paar dagen, en nu is t weer gewoon goed te doen in huis. Ik heb trouwens ook mijn eerste ervaring met een kakkerlak gehad hier! Het schijnt redelijk normaal te zijn hier dat die beesten zo nu en dan in je huis rondlopen, en alle andere Nederlandse studenten hier hadden dat al eens gehad, maar ik kan het nu eindelijk ook van mijn ‘NZ must see list’ afstrepen :P. Oh, om nog even bij ongedierte te blijven, possums, die hier in NZ dus echt een plaag zijn (en in Australië een bedreigde diersoort), die heb ik ook gezien. En zij hebben mij gezien, of beter gezegd, de bumper van mijn auto. Aaah... Ik heb er 2 doodgereden toen Jennifer en ik in het donker onderweg waren naar de camping. Geen leuke ervaring, maar ik troost me maar met de gedachte dat er echt heel erg veel dode possums op de weg liggen, en dat de Kiwi’s (zowel de mensen als de vogels) er blij mee zullen zijn…
Nou, tot zover weer mijn verhalen, ik loop nog steeds achter, maar beetje bij beetje krijgen jullie toch mee wat ik hier uitspook :)
Ik loop een klein beetje achter met het beschrijven van al mijn uitstapjes. Er is ook zoveel te vertellen! :D Om te beginnen, ik heb een auto gekocht hier! Echt heerlijk! Freedom! De afstanden hier om te reizen zijn erg groot, en openbaar vervoer bestaat nauwelijks. Er gaan geen treinen, en bussen gaan (1x per uur ongeveer) binnen de stad, maar niet tussen steden in. Er zijn wel reis bussen, maar die gaan maar op een paar tijdstippen op bepaalde dagen, en ze kunnen heel duur zijn. Daarnaast kan je met bussen wel in andere steden komen, maar niet bij kleinere plaatsjes of bij plaatsen die naast de grotere wegen liggen. Oftewel, een auto is heel erg handig, en je kunt hier gelukkig vrij gemakkelijk en voor niet al te veel geld een auto kopen! Ook de benzine is niet zo duur als in Nederlands trouwens (€ 1.20 per liter). Wat veel backpackers hier doen (en ik dus ook ;)) is een auto kopen die groot genoeg is om in te slapen. Ik heb denk ik de meest gangbare backpackers auto gekocht die er hier rondrijdt: een Honda Odyssey. Oud, veel km’s op de teller en met stippen op de motorkap waar de lak er bijna af is gekomen, omdat vorige eigenaren de vogelpoep niet op tijd er af hadden gewassen. Maar deze beschrijving past bij ongeveer 75% van de auto’s die hier in NZ rondrijden, en daar kan je nog deuken, krassen, spinnenwebben of dicht getapete ramen aan toevoegen! Naja, ik ben heel blij met mn auto, hij heeft een mooi dakraam dat open kan (semi-cabrio dus :P) en boven de achterbanken zitten 2 mooie grote ramen waardoor je dus lekker naar buiten kunt kijken als je ’s avonds in je bedje ligt. Het bed kan ik overdag inklappen, waardoor je met 5 personen in de auto kunt zitten (het is eigenlijk een soort minibusje daar zonder bed 7 personen in zouden passen), en ’s avonds klap je dan de achterbank omlaag en schuif je het bed uit en kan je slapen. Ideaal! Door in de auto te slapen bespaar je weer op hostel kosten. Je kunt hier gratis op een soort campings staan, waar dan een toilet is en soms stromend water. Douche is er in principe niet, maar voor de weekend uitjes is dat niet zo’n probleem, en straks tijdens het rondreizen moeten we gewoon af en toe wel op een betaalde camping staan, of gaan zwemmen in een zwembad en daar douchen, haha!
Met de auto hebben we al een paar mooie uitstapjes gehad. Het paasweekend was een lang weekend. Van vrijdag tot dinsdag was de uni gesloten (en de studenten hadden zelfs 2 weken vakantie, en dat terwijl ze net zomervakantie achter de rug hebben…). Jennifer en ik hebben dan ook een grote tour gemaakt. We zijn begonnen in Rotorua, een stad die bekend staat om de thermale activiteit en de Maori’s. Hier hebben we het Maori village bezocht, waar een Maori familie hun dorp had open gesteld voor bezoekers, zoals ze het zelf mooi brachten. Het was erg leuk om te zien hoor, maar het voelde wel een beetje gemaakt. Toch hebben we leuke dingen gezien. Hoe ze het warme water dat uit de thermale poelen komt daar in een soort bad leiden waar ze dan in kunnen badderen, en hoe ze koken op de hete stoom die uit de grond komt. Natuurlijk hebben we ook een Haka gezien. ’S Avonds wilden we graag uit in Rotorua, maar de dag erna was Eerste paasdag, dus de kroegen gingen om 12 uur dicht…………
De dag erna zijn we naar een heerlijk thermaal bad geweest, maar dan in de vrije natuur! Na een hobbelpaadje van een paar km en een stukje lopen door het bos kwamen we bij een warm stroompje aan, die via een klein watervalletje uitkwam in een mooie grote poel, waar je heerlijk in kon zitten! Kerosene Creek heet het. Het was schijnbaar een vrij onbekend plekje vroeger, maar in de Lonely Planet staat hij al gewoon vernoemd, dus het was er nu wel vrij vol met toeristen. Toch was het echt heel mooi om te zien.
Daarna zijn we naar een park gegaan waar allemaal thermale poelen, modderpotten en zwavelpotten kunt zien, Wai-O-Tapu. Errug mooi, maar wat het nog mooier maakt is dat we geen entree hebben betaald door gewoon langs de kassa het park in de lopen en te doen alsof je neus bloed. Dit is een trucje wat de meeste Kiwi’s hier toepassen (hebben we horen zeggen). Ze hebben bij het park namelijk een souvenirshop en een restaurant gemaakt aan de ene kant van de kassa, en entree naar het park is (obviously) aan de andere kant van de kassa. Als je dus wat wilt drinken of een souvenirtje wilt kopen, moet je dus even langs de kassa lopen (‘het park uit’) en daarna kan je natuurlijk gewoon weer naar binnen. Beetje domme opstelling dus. Maar goed, sorry Wai-O-Tapu! Vervolgens stond Redwood forest op het programma, waar we een wandeling hebben gemaakt door de hoge bomen. ’s Avonds lekker uit eten in Rotorua (dat kon dan weer wel op 1e Paasdag), en daarna door naar onze gratis camping.
Ons toeristenweekend ging verder bij de Waitomo caves, waar we naar de glowworms hebben gekeken. In het Otorohanga Kiwi House & Native Bird Park hebben we echte Kiwi’s gezien, en heel veel andere vogels, waarvan ik veel als in de vrije natuur had gezien op Kapiti Island. Toen zijn we door gereden naar Taupo, waar we op een hele grote gratis camping stonden, naast de Waikato River waar de Huka Falls in zitten en die uiteindelijk uitmond in Lake Taupo.
In Taupo heeft Jennifer denk ik het hoogtepunt van haar weekend beleefd… Ze heeft geskydived! Gaaf! Ik was erg jaloers, en het was dat er geen plek meer was in het vliegtuigje, anders had ik misschien ook wel zulke gave foto’s en filmpjes gehad als zij ;). In Taupo hebben we na Jennifers adrenaline-rush het maar rustig aan gedaan; we zijn nog even in een natuurlijk thermaal stroompje gaan zitten, en vervolgens rustig aan terug gereden naar Palmy.
De week erna was het heel vies weer in Palmy, regen, regen, regen, en nog eens regen. Zo veel regen dat de muizen ons kantoor in waren gevlucht, en er emmers midden in de gang stonden om het water op te vangen! Het is toch al een redelijk oud gebouw waar we in zitten ;). Ook het huis waar ik in woon is niet echt ideaal. Het is hier een paar nachten heel koud geweest, en het huis is niet goed geïsoleerd, dus ’s nachts koelt het gewoon af naar 12 graden ofzo, en als je pech hebt en het overdag ook niet echt lekker warm wordt, dan blijft het huis dus zo koud. Ik was op een gegeven moment gewoon blij dat ik naar de uni kon, daar hadden ze tenminste verwarming! Gelukkig duurde die echte erge kou maar een paar dagen, en nu is t weer gewoon goed te doen in huis. Ik heb trouwens ook mijn eerste ervaring met een kakkerlak gehad hier! Het schijnt redelijk normaal te zijn hier dat die beesten zo nu en dan in je huis rondlopen, en alle andere Nederlandse studenten hier hadden dat al eens gehad, maar ik kan het nu eindelijk ook van mijn ‘NZ must see list’ afstrepen :P. Oh, om nog even bij ongedierte te blijven, possums, die hier in NZ dus echt een plaag zijn (en in Australië een bedreigde diersoort), die heb ik ook gezien. En zij hebben mij gezien, of beter gezegd, de bumper van mijn auto. Aaah... Ik heb er 2 doodgereden toen Jennifer en ik in het donker onderweg waren naar de camping. Geen leuke ervaring, maar ik troost me maar met de gedachte dat er echt heel erg veel dode possums op de weg liggen, en dat de Kiwi’s (zowel de mensen als de vogels) er blij mee zullen zijn…
Nou, tot zover weer mijn verhalen, ik loop nog steeds achter, maar beetje bij beetje krijgen jullie toch mee wat ik hier uitspook :)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
